
- Hoe heet je? (What are you called?)
Dutch people tend to ask this question before asking ‘Hoe gaat het?’ which means how are you. It’s important for us to know more about you before asking how you are doing ;).
Hoe heet je?
Wat is je naam?
2. Waar kom je vandaan?
As soon as people hear an accent, they get curious. So this question is both for you to ask and for you to learn, because you will hear it a lot.
Enne… waar kom je vandaan?
3. Is het je eerste keer hier? (Is it your first time here?)
You can always talk about the place you are at.
Leuk café/restaurant, hè?
Ben je hier al een keer eerder geweest? (Have you been before?)
4. Lekker(e) …, hè? (Delicious …, eh/right?)
Talking about the food or the drinks also always works since it tends to be there when we gather with others. Think of a an event at a bar or a birthday. It’s an easy way to start off any conversation.
Lekkere bitterballen, hè?
Lekkere taart, hè? (Delicious cake, right?)
5. Wat vind je van …? (How do you like … ?)
Asking others questions about their interests is a win-win. They get to talk and you get to listen to their Dutch so it will be easier to answer when they return the question about your interests.
Wat vind je van Nederland?
Wat vind je van voetbal?
Wat vind je van katten?
Wat vind je van je werk?
Wat vind je van dit restaurant/café?
6. Wat doe je voor werk? (What do you do for a living?)
A questions that seems to be inevitable in any social context. So… what do you do for a living?
Wat doe je voor werk?
Waar werk je?
Wat doe je precies?
7. Heb je …?
Heb je een vriend? (boyfriend)
Heb je een vriendin? (girlfriend)
Heb je kinderen? (kids)
Heb je een hond? (dog)
Heb je een kat?
Heb je Instagram?
8. Ben je …? (Are you …?)
Ben je getrouwd? (married)
Ben je hier alleen? (here by yourself)
Ben je Nederlands? (Dutch)
9. Hoe ken je …? (How do you know…?)
If you meet people through other people, we ask this question.
Hoe ken je Anna? Zijn jullie collega’s? (Are you coworkers?)
Hoe ken je Tom? Werken jullie samen? (Do you work together?)
10. Wil je …? (Do you want …?)
Wil je wat drinken? (something to drink)
Wil je wat eten? (something to eat)
Wil je een biertje? (a beer)
Wil je een drankje? (a drink)
Wil je dansen? (to dance)
11. Heb je … gezien/gekeken? (Have you watched ..?)
We all like to talk about movies and series we have watched. This is how you ask about them.
Heb je de nieuwe film van Brad Pitt gezien?
Heb je GOT gezien?
12. Hoe gaat het met … ? (How’s …?)
This question we ask people we already know and you can adapt it to anyone or anything you want to ask about. For example,
Hoe gaat het met je moeder?
Hoe gaat het met je nieuwe baan? (new job)
Hoe gaat het met je kinderen?
Hoe gaat het met het project?
Hoe gaat het met de verbouwing? (house renovation)
13. Mag ik je nummer? (Can I have your phone number?)
Always good to know ;).
14. Zullen we …? (Shall we …?)
Zullen we binnenkort een koffietje doen?
Zullen we naar een andere bar gaan?
15. Tot de volgende keer! (See you next time!)
There are many ways to say goodbye.
Fijne avond nog!
Doei!
Tot snel!
Leave a Reply