Dialoog 1:
De buurman: Goedemorgen!
Tom: Hallo!
De buurman: Jij bent de nieuwe buurman!
Tom: Buurman?
De buurman: Ja, ik woon naast jou. Ik woon daar op nummer 40.
Tom: Ah, hallo! Leuk je te ontmoeten. Wat is je naam?
De buurman: Henk. En hoe heet jij?
Tom: Ik heet Tom.
De buurman: Aangenaam en welkom in de buurt!
Tom: Bedankt! Kom je uit Amsterdam?
De buurman: Ja, ik ben een Amsterdammer. En jij? Waar kom jij vandaan?
Tom: Ik kom uit Canada.
De buurman: Wat leuk! Waar in Canada?
Tom: Montreal. Dat is in het oosten van Canada.
De buurman: Ah, oké! En, waarom woon je hier nu? Werk je hier in Nederland?
Tom: Ja, ik ben hier voor werk. Ik werk bij een bank. En jij? Waar werk jij?
De buurman: Wat interessant! Ik werk niet meer. Ik ben met pensioen. En woon je alleen?
Tom: Nee, ik woon samen met mijn vrouw en kinderen. Ik moet gaan, sorry! Ik ben te laat voor mijn werk.
De buurman: Geen probleem. Tot snel!
Tom: Doei! Tot ziens!
Oefening: Hoe zeg je ..? (How do you say?)
Look for the answers in the dialogue, sometimes there is more than one option:
Hi!
I am ..
I live..
I work ..
I am from..
Nice to meet you..
Thanks
No problem.
See you!